Woningcorporatie Pré Wonen mag een huurster uit Beverwijk met huurachterstand vooralsnog niet uitzetten, oordeelde de rechter in een kort geding.

De rechter oordeelt dat recente maatschappelijke ontwikkelingen laten zien dat persoonlijke omstandigheden goed moeten worden meegenomen in dergelijke ingrijpende procedures. In de uitspraak(externe link) staat dat  ‘ook van sociale verhuurders zoals Pré Wonen kan worden gevergd dat zij de sociale problematiek van huurders in ogenschouw nemen.’

Wegvallende zorgtoeslag

De huurster kampt al langer met een huurachterstand, maar was die aan het terugbetalen. De lopende huur wordt al enige tijd direct van haar uitkering ingehouden. Om de achterstand in te halen betaalde ze maandelijks 200 euro. Daarvoor gebruikte ze de zorgtoeslag van haar kinderen. Die wonen door omstandigheden alleen sinds september vorig jaar tijdelijk niet meer bij de huurster, waardoor de toeslagen wegvielen en het aflossen niet meer lukte.

Verder onderzoek

Eerder ging een rechter al akkoord met de uitzetting. De voorzieningenrechter schorst die uitspraak nu, en wil eerst verder onderzoek doen om tot een uiteindelijk oordeel te komen. Volgens de rechter had Pré Wonen, wanneer het buiten de schuld van de huurster om wegvallen van de zorgtoeslag inderdaad heeft geleid tot het niet kunnen nakomen van het betalen van de aflossingen van de huurachterstand, dit mee moeten nemen in de afweging.

Verstrekkende gevolgen

De rechter geeft ook aan dat ‘de kans op terugplaatsing van de kinderen niet moet worden verminderd doordat moeder haar huis kwijtraakt. Dat klemt temeer waar moeder al jaren van een bijstandsuitkering afhankelijk is en (dus) voor alle betrokkene voorzienbaar moet worden geacht dat terugkeer in huisvesting waarin zij haar kinderen kan grootbrengen in de huidige woning na ontruiming in ieder geval op korte termijn volstrekt illusoir is.’